Het beroep

Wat houdt het beroep in:

Als gynaecoloog ben je dagelijks bezig met stoornissen en afwijkingen in de aanleg of het functioneren van de vrouwelijke geslachtsorganen. Een gynaecoloog werkt vooral met vrouwen van 20 tot 70 jaar, maar soms ook met kinderen en ouderen. De meeste patiënten zijn doorverwezen door hun verloskundige of huisarts.

 

 

Soms heb je een hele dag spreekuur. Je praat dan met de patiënten, doet onderzoek (bijvoorbeeld echo’s) en bespreekt eventuele therapieën of medicijnen. Op andere dagen bezoek je patiënten die op een ziekenhuisafdeling liggen, voer je operaties uit of houd je je bezig met het geven van goede nazorg aan de patiënten. Ook heb je regelmatig overleg met artsen van de verschillende afdelingen (kinderartsen, internisten, urologen). En uiteraard ben je vaak bezig bij geboortes.

 

Er zitten dus veel verschillende kanten aan het vak van een gynaecoloog. Je houdt je bezig met verloskunde, onvruchtbaarheid (het niet zwanger kunnen worden), gynaecologie (menstruatiestoornissen of hormoonbehandelingen), urogynaecologie (incontinentieproblemen) en oncologie (kwaadaardige ziekten zoals kanker). Daarnaast doe je ook nog wetenschappelijk onderzoek.